Op uitnodiging van haar jeugdvriend Gilbert die koster is in de gemeente, bekijkt Justine op een zomeravond in augustus de vallende sterren vanuit de kerktoren. Terwijl ze in de sterrenkijker van Gilbert kijkt ontdekt ze dat ze daarmee ook in haar eigen huis kan kijken en ziet ze op dat moment ook iets wat haar totaal van slag brengt.
Een jaar later wordt haar man Eric 65 jaar , toevallig op de avond waarop de vallende sterren halfweg augustus jaarlijks heel goed en talrijk te zien zijn. Justine organiseert die avond voor haar man een verrassingsfeestje in de kerktoren. Op dat feestje zijn buiten Eric en zijzelf haar beste vriendin Laura, haar dochter Eline, haar schoonmoeder Octavia, Gilbert en Bagrat, een Georgische vluchteling die bij Gilbert inwoont en kok van dienst is, aanwezig. Wat aanvankelijk een heel leuk feestje lijkt, ontaardt echter snel in een nachtmerrie voor een aantal van de aanwezigen. De 150 trappen naar de toren, Bagrat die wel hele rare Georgische specialiteiten klaarmaakt en de kerkklokken die eigenlijk niet mogen geluid worden zorgen voor heel wat hilariteit in erg spannend en meeslepend verhaal.